Of het nu metrotegels of ongestuukte bakstenen muren zijn – industriële stijl laat de harten van veel interieurliefhebbers sneller kloppen. Geïnspireerd door de esthetiek van oude fabrieken, ontwikkelde de stijl van inrichting zich: met de industriële revolutie in de 19e eeuw begonnen steeds meer mensen in stedelijke fabrieken te werken. Functionaliteit was destijds het toverwoord, zodat robuuste materialen zoals metaal en hout het interieur van de productiehallen vormden en vandaag de interieurtrend vormen. Er zijn echter andere eisen aan een woning dan aan een industriële productielocatie, want je eigen vier muren moeten gezellig zijn. In industriële stijl vertrouw ik bijvoorbeeld op vijf gouden regels die simpelweg ruwe fabrieksesthetiek en comfort combineren.
1. Gebruikt uiterlijk in plaats van perfectionisme
Waar er geschaafd wordt, vallen de chips – dit is nergens zo waar als in de industrie. Objecten zijn er om te gebruiken, dus onberispelijkheid in fabrieksstijl is geen criterium. Is de lamp wat roestig, de leren bank versleten? Perfect om industriële charme rechtstreeks in uw woonkamer te brengen. Het is alleen belangrijk dat u “gebruikt” niet verwart met “kapot”! Als de veren in je bank kapot zijn, is het geen industriële chic meer, maar hoort het bij het grofvuil.
2. De heilige drie-eenheid van hout en metaal
Waar je ook kijkt – de belangrijkste materialen in industriële stijl zijn hout en metaal, ze zijn bijna overal te vinden. In tijden van industrie waren ze enerzijds belangrijk materiaal voor verdere verwerking, maar tegelijkertijd bestond het gereedschap van de arbeiders zelf uit de twee middelen. Het is dus dubbel logisch dat hout en metaal een grote rol spelen in elke loft, huis of appartement in industriële stijl. Of uw tafel nu is gemaakt van tropisch rubberhout of delicaat kersenhout met filigraan metalen poten – de twee materialen creëren doorslaggevend de industrieel geïnspireerde sfeer.
3. Licht, licht, licht!
Licht in industriële stijl is wat de situatie is voor makelaars in onroerend goed – absoluut noodzakelijk. In veel oude fabrieken zijn de ramen zo hoog als het plafond, waardoor de hele hal in zacht daglicht baadt. Om de ruime sfeer in uw huis te creëren, hoeft u niet alle muren af te breken en grote ramen te plaatsen. In plaats van zware, donkerrode fluwelen gordijnen volstaat het om luchtige, lichte vouwgordijnen te gebruiken en donkere hoeken te verlichten met een spiegel. Dus de zon of het maanlicht overspoelen uw eigen vier muren ongehinderd.
Natuurlijk is je woning dan nog niet af, want de passende meubels missen nog. Niet te modern, maar passend bij de tijd die je in huis wilt halen, zoals bijvoorbeeld zo’n typisch hoekbureau uit de industriële tijd.